Karin de Rooij

Schilderijen en Gedichten

Gedichten en Teksten

Slot op de klok

 

Zet de tijd maar even stil.

Vandaag wil ik dansen, lachen en springen.

Vandaag maak ik een slot op de klok,

wil ik gek doen en uit volle borst zingen.

Zingen tot mijn keel rauw is, dansen tot ik tol.

Zet de tijd maar even stil,

Want vandaag ga ik uit mijn bol.

 

Zet de tijd maar even stil.

Vandaag bestaat jouw ziekte niet.

Vandaag maak ik een slot op de klok

en overschreeuw ik mijn verdriet.

Maar van binnen zit de pijn.

En de tijd, ach……hij hoeft niet stil.

Dat jij gewoon bij ons blijft,

dat is alles wat ik wil. 


Sonnet naar aanleiding van de asverstrooiing van Anne-Marie

 

Westkapelle en de vuurtoren

een woest golvende zee

in de verte een scheepshoorn

zilte lucht waait met ons mee

 

het strand en de duinen

meeuwen wieken op de wind

plevieren die de kust afstruinen

verderop een spelend kind

 

eens was je daar

omarmd door de zee

golven namen je mee

 

versmolten je as met het zand

jouw tweede thuis, jouw strand

je bent nu een met de zee 


Kerststress

  

December staat voor de deur. Ik verheug me erop het huis weer in kerstsfeer te brengen. Dit jaar kom ik volop aan mijn trekken. In mijn enthousiasme heb ik beloofd dat ik het huis ga versieren bij mijn hoogbejaarde vader, bij een zieke tante, bij mijn schoonmoeder en bij mijn vriend. Opgetogen ga ik aan de slag met kerststallen, met mossteken, ik sjouw zolders op en af met loodzware dozen vol herders, schapen en andere beelden. Bij de eerste tweehonderd kerstlampjes die ik ontwar zing ik vrolijk mee met Bing Crosby. Bij de tweede boom die ik geduldig uitvouw tot een volwaardig exemplaar maak ik nog een dansje. Bij de derde lading kerstlampjes, die als één grote kluwen in de doos zitten gepropt, voel ik wrevel. Bij de vierde boom wordt ik ongedurig.


Kerst komt akelig snel naderbij. Ik moet nog een boom voor mezelf halen. Dat doe ik vanavond dan maar. Het is guur, regenachtig en winderig. Ik ben mijn handschoenen vergeten en huiver in mijn te dunne jas. Ik graai naar de eerste de beste boom en leg deze achterin mijn auto. De kluit zakt uit zijn netje en heel de kofferbak ligt vol zand. Nadat ik de boom heb opgezet blijkt deze een uitstraling te hebben van een gebochelde lilliputter. Ik vervloek mijn ongeduld en overweeg een andere boom te halen. Bij nader inzien vind ik dat over the top. In Afrika gaan mensen dood van de honger en ik zeur over de uitstraling van een kerstboom. Gelaten versier ik mijn miskoop en prent mezelf in dat het wel zal wennen. Maar het went niet. Wanhopig maak ik foto’s van mijn boom, stuur deze in de rondte en hoop op positieve reacties. Ik ontvang slechts meewarige appjes met als bijlagen foto’s van prachtige bomen. Knarsetandend besluit ik alsnog een andere te kopen.


Net voor kerst ben ik klaar. Ik ga met mijn rug naar de boom toe zitten. Ik kan geen bal meer zien. 


75 jaar bevrijding van Bergen op Zoom

 

De stad ontwaakt in grijs ochtendlicht

en likt zijn wonden. We ruimen zijn puin

als we schuchter uit onze schuilkelders komen.

 

Onze vrijheid is nu een feit, maar

het geweld dreunt nog na in onze oren

de wonden nog zichtbaar in onze ogen

verborgen mijnen wachten zonder mededogen.

We moeten weer leren te leven zonder angst,

zonder granaten, grommende V1’s en soldaten.

 

Onze vrijheid is nu een feit.

We blijven in vrij zijn geloven.

We kwamen al duizend gevaren te boven. 


Writers block

 

Beelden en woorden zweven door mijn hoofd,

losse flarden die zich niet laten vangen.

Onderhuids schuilt hunkering, het verlangen.

Gekras op papier, de woordenstroom dooft.

 

En nu, me zo bezig ziend met mijn getob,

het verhaal dat ik zo graag schrijven wou

en iedereen vast bejubelen zou,

scheur ik mijn bladen stuk en vloek hardop.

 

Juist schalt de bel door mijn geploeter heen.

Ik schrik op, wat een verstorend kabaal.

Jij neemt me mee, rijt mijn focus uiteen,

 

naar buiten, waar ik in lente verdwaal

nieuw leven opsnuif en denk dan alleen,

ach, het is tenslotte maar een verhaal. 


Eerste sneeuw

 

de hemel schudt zijn last van zich af

vlokken dansen door de nacht

 spelen met de wind en waaieren  

een deken over het verlaten land

smoren een dier in doodsnood

zachte, witte wereld

verbergt de geheimen onder haar vacht

fietsspoor naar bestemming onbekend

stille getuige van de eerste sneeuw